Dan de opstell Lees verder...
Katalysator van dit verslag is de wedstrijd ZSG 2 (Das Boot) tegen ASV 5 in de klasse 5 B van de KNSB-competitie, gespeeld op 2 april 2022 in De Terp, maar voor dit verslag is dit, zoals vermeld, het randgebeuren. Lees verder...
door Harry ten Klooster
De dag begon zonnig, het voorjaar diende zich overduidelijk aan. Ahum, van winter is geen enkele sprake geweest. De temperatuur werd enigszins gedrukt door een frisse bries. Op mijn antieke Gazelle bicyclette pedaleerde ik naar de Radewijnstraat. Mijn vervoersmiddel kon ik naast een antieke, nog piekfijn uitziende, grijze Citroën 2CV plaatsen. Strak in de lak, geen spoortje bruin roest in de naden. Het strakke dashboard en dito interieur; ik zag dat de bekleding de tand des tijds niet had doorstaan. De originele skai bekleding was door een kleurig stofje vervangen. De plaquette met Plompeblêde verraadde de afkomst. Toch wel mooi, die vaste banken! Het Groningse kleinkunstduo Rooie Rinus en Pé Daalemmer zongen in een bluesy lied: ‘Ooo wat zit zo’n lelijk eendje rot!’, (uit Zundagoavendblues).
Uit de wind, in de zon, was het prima vertoeven. In De Terp nuttigden de ouderen hun lunch. De immer vrolijke leden van de toneelclub zaten buiten aan de picknicktafel de tweewekelijkse oefenmiddag voor te bereiden. Elders in de Terp stonden de borden klaar voor een enerverende schaakzaterdag. Martin mailde vrijdagavond met de mededeling dat hij niet mee kon spelen. ‘Griep’. Hopelijk gaat het goed met ons gewaardeerd teamlid! Veel meer dan dat stond er helaas niet in zijn mail. Invaller Brian en Ineke duelleerden over de bezetting van de laatste twee borden. Voor het overige waren alle opgestelde spelers aanwezig (Albert en Kris schoven even na de aftrap aan). Komt om klokslag één uur de OSBO binnen en meldt: ‘Dag heren en dames, ik moet hier de aftrap verrichten!’ Waar was onze Arbiter, die toch altijd de degelijke ouverture voor zijn rekening nam? En moest de OSBO zelf niet acte de présence geven? Na het plichtmatig voorlezen der opstellingen: ‘Ik wens u een goede en sportieve wedstrijd.’ Ik voegde er spontaan aan toe: ‘En u ook!’. De man spoedde zich naar de andere speelzaal.
Onze tegenstanders uit Apeldoorn hadden achter de borden plaats genomen. Gijs, de teamleider, zei dagen voor dit treffen, in de mail: ‘Er moet gewonnen worden!’ Daar weigerden de Apeldoorners aan mee te werken. Ik (6) had al snel een prettig voordeel, terwijl Brian (7) hoofdschuddend niet kon geloven wat er uit zijn vingers was gekomen. Hij schudde zijn hoofd zo opzichtig, dat zijn tegenstander kansen rook. Op de andere borden was nog weinig tekening. Opmerkelijk waren de identieke eerste zetten aan bord 1 (Albert) en 2 (Richard). Was hier het ouderwetse ‘afkijken’ in het spel? Gijs (3) voelde zich vertrouwd in zijn ‘Advanced Aljechin’, Henk (5) met de bekende Siciliaan. Ineke had op 8 vlot een pion gearresteerd met de Db3-grap (een niet te dekken dubbele aanval op d5 en b7). De eerste uitslag was een benauwde remise van onze invaller Brian. Zichtbaar opgelucht zocht hij de barruimte op om daar tot de conclusie te komen dat er niks aan de hand was geweest. Halverwege de middag liep Ineke observerend rond. ‘Remise-aanbod’, fluisterde zij mij toe. Het was nog vroeg in de wedstrijd; dapper besloot ze door te spelen. Pardoes ging een stuk in de doos.... Gelukkig had ze daarvoor een interessante centrumpionnen-compensatie. Ik presteerde het om mijn +2 voorsprong grotendeels weg te geven, na een opzichtige penning toegelaten te hebben. Treurige vergissing. Op de andere borden ging het ook minder voorspoedig. Gijs overschatte de opgerukte d-pion en verloor. ‘’t Was niet best!’ De man stak nog maar een rokertje op. Henk moest een kwaliteit geven, en de ruïne die overbleef was een onvermijdbare nul. Albert had een +3 stelling weggegeven (dat voordeel wisten we pas achteraf), al moet ik daar uitdrukkelijk bij vermelden dat de cruciale stelling interessant ingewikkeld was. Onze kopman durfde de complicaties niet aan. ‘Ik ben ook véél te bang in dit soort stellingen!’, mopperde hij. Albert foeterde nog toen Brian hem de Stockfish-beoordeling van de stelling overlegde. Zie zijn stelling:
Zwart (Albert) aan zet. Albert plande hier het kansrijke 1. ... Pe4, echter hij wist niet te berekenen wat na 2. Dxb7 zou gebeuren. Toren offeren voor een winnende aanval? 2. Dxb7 is een matige zet, want er volgt: 2. ... Tf8 3. Tf1 (3. Td1 Le1!) Pxd2 4. Pxd2 Dxe2 en het paard gaat verloren (5. Pf3 (of Pb1) Le4!). Of 2. ... Pxg3† 3. hxg3 Dh6† 4. Ph4 Lxg3 5. Dxa8† Kg7 lijkt teveel zwart materiaal weggegeven. 6. Kg1 Dxd2 met een onduidelijke stelling. 2. ... Lxg3 draait om ongeveer gelijke reden op een gelijke stand uit. In de partij ging kwam het niet meer goed.
Intussen had Kris gewonnen. Onze topscorer: ‘Bar slechte pot, zij het van beide kanten, alleen mijn tegenstander was ietsje slechter.’ Richard scoorde aan 2 een degelijke remise. ‘Evenwicht niet verstoord’ zou aan deze voorstelling gekoppeld kunnen worden. Ondertussen schoof Ineke onverdroten door, wist het zwarte paard te kooien en de pionnen door te drukken. Dat was 4-3 voor de gasten. Ik speelde nog en ik voelde dat ik een kansrijke stelling had overgehouden.
Wit aan zet. Echter, de winstweg was niet evident. 1. c4 blijkt winnend. Na 1. ... Pxe5 2. Kb6 Kc8 (2. ... Pd7 3. Kb7 Pc5† 4. Lxc5 Txc5 5. a4!) 3. La6† Kd8 4. c5 Pd7† 5. Kc6. De klok tikte genadig door. Wellicht onder de druk te willen/moeten winnen verknoeide ik mijn laatste kans en moest ik mijn opgeluchte tegenstander de hand schudden.
“Het ziet er somber uit voor Das Boot”, waren de woorden welke De Arbiter, tevens teamleider, op de groepsapp plaatste. We staan onderaan; klassebehoud is een stuk lastiger geworden. Dan maar zaterdag 28 maart winnen. We spelen weer thuis, zonder De Arbiter.